5 juli 2003, zaterdag
Half zes ging mijn horloge. Met oordoppen in hoorde ik dit maar net.
Flink wat cornflakes naar binnen gestouwd. Verder alles klaar. Twee grote bidons
één met isotone drank en de ander met energie drank; zes mueslirepen
en één kleine bidon met isotone drank die ik voor de start - zoals
ik bij criteriums gewend ben - leeg drink.
Bij de start aangekomen was het al druk. Van een Belgische buurvrouw begreep
ik later dat er al om half zeven was gestart in plaats van de geplande tijd van
kwart over zeven.
Om acht uur kan ik dan eindelijk opstappen.
Vanuit Bourg d'Oisans gaat het naar Rochetaillée waar de klim
naar de Col de la Croix de Fer begint. De zeven kilometer op het vlakke uit de wind
gezeten, en toen het omhoog ging: Eigen tempo - op reserve - en dat viel niet mee.
Af en toe de neiging om eens even flink aan te zetten.
Vanaf de Col de la Croix de Fer gaat het in een steile afdaling
naar beneden naar St Sorlin d’Arves. Na St Sorlin d’Arves is het een
stuk vlakker om boven St Jean de Maurienne weer steiler te worden, een aantal tunnels
veel auto's (volgers van deelnemers?) en scherpe bochten. Tevens gaan niet alle
deelnemers even hard of sturen een bocht goed in. Opletten dus dit laatste deel.
Samen met een zeikerige Italiaan dender ik St Jean de Maurienne binnen.
Van St Jean de Maurienne naar St Michel de Maurienne is het vlak.
Een groep uit gezocht en dan lekker uit de wind zitten en
je zo laten meevoeren naar de voet van de Col du Télégraphe.
Vlak voor het begin van de klim in St Michel de Maurienne
even voor de groep uitgefietst om mijn bodywarmer uit te trekken. Terug laten zakken
tot in de groep en dan rechtsaf de brug over het begin van de klim. Vrijwel direct
de groep alweer verlaten. Met een snelheid van vijftien kilometer per uur klim ik.
Veel auto’s op het parcours, je moet er gewoon tussendoor laveren. Veel uitlaatgassen,
diesel.
Voorbij de afslag naar Valmeinier zakte mijn snelheid wat,
niet verontrustend, maar toch - terwijl ik mij niet moe voel. Net onder de top van
de Col du Télégraphe daalde mijn snelheid nog verder tot net boven
de tien kilometer per uur. Wat is er aan de hand? Te weinig gegeten? Te weinig gedronken?
Vanaf de Télégraphe direct afdalen naar Valloire, tijdens de afdaling
voel ik mij echter niet beter worden.
Valloire uit, neen, eigenlijk begint de klim naar de Col du
Galibier al in Valloire. Een klein stukje vlak net na les Verneys. Over de brug bij
la Rivine.
Er zat geen snelheid meer in bij mij. Aldus werd de klim naar
de Col du Galibier een ware kwelling. Ik reed als Erik Breukink die de Giro verloor
van Fignon, of als Jan Ullrich die de Tour verloor aan Pantani. Op de steilste stukken
reed ik nog acht kilometer per uur. Vele malen werd ik voorbij gereden. De Col kwam
zo langzaam dichterbij, dat het net leek of de Col naar mij toe fietste.
Het laatste stuk de Télégraphe op verloor ik
al flink wat tijd, en dat zou de Galibier op nog veel meer worden.
Bovenop de Galibier bidons bijgevuld. En dan afdalen naar de Col du Lautaret.
De afdaling ging redelijk. Op de Col du Lautaret aangekomen gaat het rechtsaf naar
La Grave. Ik wou dat ik niet zo beroerd was, bah, kon ik tenminste lekker dalen.
In een groep meerijden lukt wel, maar wanneer het even omhoog gaat, moet ik er bijna
af - krekels! krekels! Waar zijn jullie? Ik hoor jullie wel, maar zie jullie niet,
de geur van hooi, droog, dor... Zwarte sneeuw.
De twaalf kilometer na de stuwdam bij le Freney d’Oisans naar Bourg d’Oisans
(zoals op het routekaartje staat vermeld) leken wel vijfentwintig.
Aan de voet van de klim naar Alpe d’Huez heb ik sterk getwijfeld of ik
wel door moest gaan. Na een bidonnetje energiedrank, begonnen aan de klim. Zitten,
zitten, niet staan, neen, zitten wil ik. Op 39x25 met een snelheid van acht kilometer
per uur schuif ik omhoog. Afstappen, afstappen, nu afstappen. Bij elke bocht opnieuw een sterke
drang om af stappen. ‘Neen, deze bocht nog niet... De volgende... De volgende
bocht, daar mag je afstappen.’ De bocht insturend, stapte de geest af en reed
het lichaam door... Niets, leegte... Het einde van de bocht... De geest stapt snel
weer op, om niet alleen achter te blijven. En dat eenentwintig bochten... Eenentwintig
bochten lang en steeds won het lichaam het van de geest!
Alpe d’Huez eindelijk de verlossende finish. Het zou beter geweest zijn
wanneer ik beneden was afgestapt, een tijd van net binnen de tien uur.
Wat een drukte na de finish. Ben bijna direct omgekeerd met
medeneming van kaderplaatje en tijdchip.
Voorzichtig naar beneden naar Bourg d’Oisans. Onderweg toen ik langs een
- in een wolk van dieseldampen - naar boven ploeterende bus reed, begreep ik het:
Ik ben beroerd geworden van de uitlaatgassen. En dat was al begonnen tijdens het
laatste deel van de afdaling in de tunnels van de Col de la Croix de Fer, en had
zich geopenbaard tijdens het laatste deel van de klim naar de Col du Télégraphe
toen ik tussen de auto's omhoog laveerde.